Polen heeft haar onafhankelijkheid verdedigd, Oekraïners verspreid over vier landen
In 1921 (het verdrag van Riga), na 123 jaar krijgt Polen haar grondgebieden van voor de derde, en deels van voor de tweede deling terug.
Rusland en Oekraïne namen afstand van Oost-Galicië. De Oekraïners zonder eigen staat en tegen eigen wil, leefden nu in vier verschillende landen: Sovjet Rusland, Polen, Roemenië en Tsjecho-Slowakije. (2)
Polen als land, vormde zich in het begin van de twintigste eeuw in extreem moeilijke omstandigheden. Voordat er een herkenbaar, modern land kon ontstaan, moesten Polen veel problemen overwinnen.
Het vastleggen van de Poolse grenzen behoort tot de moeilijkste episodes uit de moderne Europese geschiedenis. Er was sprake van zes grensoorlogen en één zeer ernstig conflict, de Pools-Sovjet oorlog van 1919-1920.
Polen heeft altijd weinig te danken gehad aan haar bondgenoten en nog minder aan haar vijanden. Allebei verwelkomden haar ontstaan in 1918-1920 als onafhankelijke staat met minachting. Broos en onbemind werd Polen geconfronteerd met soortgelijke problemen van legitimiteit binnen haar eigen grenzen (1).
Daarom kon Polen de nationale aspiraties van de Oekraïense bevolking die erin leefde op dat moment niet vervullen. Het zou de stabiliteit van de prille staat in gevaar brengen. Maar Polen gaf de Oekraïense bevolking de gelegenheid om haar eigen nationale identiteit binnen de Tweede Poolse Republiek te ontwikkelen en te bewaren.
(2)
Na het einde van de Eerste Wereldoorlog en voor het ontbreken van de WOII is geen enkele staat in Centraal- en Oost-Europa erin geslaagd om het probleem van nationale minderheden op een bevredigende manier op te lossen. (3)
Overblijfsel van de juk van de tsaar
De oostelijke provincies, die Polen na ruim 100 jaar terug kreeg, waren als effect van de onderdrukking van de tsaar en de oorlogen enorm achtergesteld.
De Poolse regering heeft alles ondernomen om er beschavingsniveau te verhogen en de economische vooruitgang te bevorderen.
De Oekraïners dachten daar echter anders over.
De modernisering van de staat en het inhalen van de beschavingsachterstand vonden ze onbegrijpelijk en overbodig. Het bracht alleen extra lasten met zich mee, vonden ze.
De Oekraïense boeren hadden geen verharde wegen nodig, geen telefoon of elektriciteit, en zeker geen gemetseld gemeentehuis.
Ze zagen geen noodzaak in de inentingen voor de dieren of in de invoering van de hygiënevoorschriften. In een Poolse ambtenaar en politieagent zagen ze een bedreiging, en de belastingen vonden ze een uitbuiting.
Oekraïense boeren wilden een staat zonder aansturing en dat zo’n staat kon bestaan, wisten ze nog uit de tijd van de bolsjewistische revolutie en de oorlog: als je iets nodig had, pakte je het gewoon een ander af.
(2)
Invloed van de Oekraïense nationalisten
Voor de Tweede Wereldoorlog bestonden in Polen legale Oekraïense partijen.
De grootste en meest belangrijke was de UNDO (Oekraïense Nationaal-Democratische Eenheid), die ook haar vertegenwoordiging in het Poolse parlement had. Het was wel een partij met een anti-Pools karakter.
Later ontstonden de nationalistisch, ondergrondse organisaties (zoals UWO), die meer aanhangers hadden en die terreur als vorm van strijd gebruikten.
Ze pleegden 300-600 terreuraanslagen, brandstichtingen van huizen en boerderijen, aanslagen op individuele personen zoals op de generaal Jozef Pilsudski, de Poolse staatsman, op 25 september 1921.
De anti-Poolse aantijgingen hebben tot moord op drie Oekraïense parlementskandidaten geleid. Een van hen was een bekende journalist, leraar, schrijver en tolk van de Poolse taal, Sydor Twerdochlib.
Voor de Oekraïense nationalisten was deelname aan verkiezingen gelijk aan een verraad en het verdiende volgens hen de dood. Een fel appel, die zelfs tot ‘slachting van Polen’ opriep, ging gepaard met de terroristische actie. (4)
De hoofdideoloog van de Oekraïense nationalisten werd Dmytro Doncow, die veel invloed op de jeugd had.
Hij geloofde dat in de geschiedenis de sterkste en de meest gezonde overwint. Net als Hitler en andere makers van de fascistische bewegingen geloofde hij in het sociaal Darwinisme en racisme.
In de strijd om de Oekraïense staat liet hij alle vormen van geweld toe, ook misdaden. (5) Er is geen ethiek in de strijd. (6)
Op deze ideologie ontstaat de OUN in de jaren 30-tig in Wenen.
Het doel van de anti-Poolse acties van de Oekraïense nationalisten uit de jaren 20-tig en 30-tig waren etnische zuiveringen. Terwijl deze gebieden eeuwenlang een mengeling van nationaliteiten zijn geweest. Ze troffen niet alleen de nieuwkomers maar ook de mensen, die daar van generatie op generatie woonden. (7)
De OUN activisten gebruikten alles wat ze konden om Polen op de Europese arena in het kwaad daglicht te stellen. Daarbij stopten ze niet met de terroristische daden. (8)
Ze gebruikten de economische problemen door de wereldcrisis veroorzaakt, om de Poolse regering onbekwaamheid en discriminatie tegen de Oekraïense bevolking toe te schrijven.
In 1942 ontstaat het idee van een eigen Oekraïens leger.
Vanuit de politieke strijd tussen de verschillende Oekraïense nationalistische organisaties ontstaat in 1943 het Oekraïens Partizanenleger (UPA). Ze neemt de macht in Oekraïne over en liquideert iedere Oekraïense strijder, die de nieuwe machthebber niet wilde erkennen. De UPA kreeg controle over 3/4 van het gebied in Wolyn en Polesie. (9)
De vooroorlogse relaties
De vooroorlogse relaties tussen de gewone Polen, Oekraïners en Joden beschrijft men als goed: vriendschappen, gemengde huwelijken, gezamenlijke activiteiten en festiviteiten. De problemen begonnen toen de verschillende Oekraïense nationalistische organisaties deze saamhorigheid begonnen aan te vallen. (10)
De Oekraïnse bevolking was wel vriendelijker tegen de Polen die daar van generatie op generatie woonden dan tegen de Polen die daar na de WOI kwamen wonen. Maar met de tijd werden ook zij getolereerd.
De sociale contacten tussen de nieuwkomers en de Oekraïners waren frequent. (11)
Goede relaties in Wolyn duurden tot aan de WOII en zelfs langer.
In Oost-Galicie waren de relaties door de nationalistische propaganda beinvloed, en op sommige plaatsen waren ze vijandig. (12)
Vanaf de jaren 30-tig groeit de onrust. De OUN activiteiten winnen aan populariteit onder de steeds grotere groepen Oekraïners.
Er worden moorden gepleegd op de dorpsvoorzitter en de voorzitter van een boeren vereniging. Oekraïners worden aangespoord om Polen schade aan te brengen, zoals boerderijen in brand steken.
De haat begon te groeien.
Kinderen zijn altijd de beste barometer van de sfeer thuis, eerder of later brengen ze het naar buiten.
“Een Oekrainse buurmeijse spuugde in het gezicht van haar Poolse leeftijdgenote, en ze zei spottend tegen haar ‘jij Poolse'”.(13)
Een effectief nationalistisch beleid op die momenten was onmogelijk.
Rol van de Grieks-Katholieke kerk
“Oekraïense soldaten voeren een strijd, die onverenigbaar is met de humanitaire beginselen en gebruiken van het internationaal recht. Met wreedheid behandelen ze hun tegenstanders en burgers” – schreef de aartsbisschop van Lwów, Józef Bilczewski.
De aartsbisschop appelleerde in zijn brieven aan de Grieks-katholieke metropoliet van Lwów, Andrzej Szeptycki om dit te stoppen. Hij gaf veel voorbeelden van de Oekraïense misdaden tegen de katholieke kerk, zijn volgelingen en in het algemeen tegen Polen.
De aartsbisschop van Lwów zei met grote pijn, dat de haat van de “Oekraïners” tegen de Polen te wijten was aan de uitingen van een groot deel van de Oekraïense geestelijken. Dat het een uitvloeisel van hun politieke weg was, die met een extreme haat tegen de Latijnse liturgie en de Poolse medeburgers was vervuld. (14)
Alles wees erop dat de Oekraïense machthebbers besloten hadden om de Poolse bevolking, die in het gebied woonde te doden. (15)
De meeste vertegenwoordigers van de Grieks-katholieke kerk steunden het politieke programma van de OUN om een onafhankelijke Oekraïense staat met de hulp van Duitsland te stichten. De metropoliet Szeptycki steunde de door de UPA aangestelde regering en hij steunde het Derde Rijk. (16)
Aan de slachtingen van 1943 heeft naast de UPA ook de 14de divisie SS ‘Galizien’ deel genomen, die door de Duitsers was gevormd.
Het Oekraïense Centrale Comité van Volodymyr Kubyivych steunde de oprichting van deze eenheid. De metropoliet Andrzej Szeptycki heeft 12 Grieks-katholieke predikanten aan de eenheid toegekend. (17)
In hun brieven aan de gelovigen veroordeelden ze de ideologie die daarachter stond niet. Ze hebben de volkerenmoord op een rij met de dronkenschap en verwaarlozing van de religieuze plichten gezet. (18)
De Grieks-Katholieke bisschop Chomyszyn veroordeelde de Oekraïense misdaden met kracht. Hij sprak over “de val van de moraal in onze (red. IV: Oekraïense) natie“, dat “het ondergrondse werk van onverantwoordelijke factoren” tot formeel banditisme en tot anarchie leidt. Maar dit was een zeer onpopulaire opinie in de Grieks-Katholieke kerk.
De orthodoxe kerk, ondergeschikt aan de patriarch van Moskou, veroordeelde de moorden en riep de Oekraïense bevolking op om dit te stoppen. Daarvoor hebben de Oekraïense nationalisten twee hoge priesters van deze kerk gedood.
Een andere orthodoxe kerk (The Ukrainian Autocephalous Orthodox Church) steunde het handelen van OUN-UPA wel.
(19)
Rol van de Duitsers en Sovjets
Zowel de Sovjets als de Duitsers hebben alle nationale tegenstellingen in dit gebied benut om hun eigen doelen te bereiken.
Moskou beschouwde de huidige oostgrens van Polen als iets tijdelijks en organiseerde anti-Poolse partizanengroepen die de aanvallen, vernielingen, moorden en corruptie pleegden. (2)
In hun plannen om Polen aan te vallen, hebben Duitsers hun samenwerking met de Oekraïense nationalisten in 1937 opnieuw aangehaald.
Duisters wilden de nationale opstand in Oost-Galicië als pretext voor de oorlog gebruiken. De Ribbentrop-Molotov-pact en de aanval van de Sovjets op Polen on 17 september 1939 heeft deze plannen veranderd.
Nadat in maart 1939 de leider van OUN, Lew Rebet in Polen werd gearresteerd, bereidde zich de OUN op voor een opstand.
De UNDO verzette zich tegen het gebruik van Oekraïners voor de doeleinden van andere landen en waarschuwde de Oekraïense gemeenschap daarvoor.
Een dag na het tekenen van het Ribbentrob-Molotov-pact had de UNDO de ernst van de situatie ingezien en ze heeft zich loyaal aan de Poolse regering verklaard. In effect daarvan hebben ongeveer 110.000 Oekraïners in het Poolse leger gevochten. (20)
Het hoofd van de veiligheidspolitie in Generaal Gouvernement (GG, de Poolse gebieden door de Duitsers in de WOII bezet) verklaarde in maart 1940 dat wat Duitsers en Oekraïners verbindt is de haat tegen de Polen.
Daarom, volgens het Duitse beleid om de nationale tegenstellingen te gebruiken, kregen de Oekraïners veel privileges.
Het waren speciale kaarten, meer eten, ze mochten over een radio beschikken (waarvoor een Pool de doodstraf kreeg).
Ze hadden eigen scholen, een mogelijkheid om in Berlijn en Wenen te studeren, sociale en religieuze activiteiten te ontplooien. Duitsers tolereerden de OUN. (21)
De OUN was een opstand aan het voorbereiden op het moment van het uitbreken van de Duits-Sovjet oorlog. Met de hulp van het Duitse leger ontstonden de Oekraïnse eenheden: “Nachtigall” en “Roland”.
Sovjets hebben de Oost-provincies van Polen heel snel bezet. Aan de sabotageacties tegen Polen, behalve de nationalisten, namen ook deel de communistische eenheden, bestaande uit de lokale bevolking. Sovjets spoorden ze aan om ‘met wapens, zeisen, hooivorken de eeuwige vijand (…) te slaan“. (23)
Onder de leiding van de OUN districtcommandant, Hrygorija Goliasz ‘Beja’ werden er honderden Polen in Koniuchy, Pototorow, Slawetynia en Jakubowiec vermoord. (24)
Lew Mechlis, het hoofd van het polit-burau van het Sovjet leger instrueerde op 22 september 1939 op welke wijze men de vijandigheid tussen de Oekraïners en Polen moest benutten. (25)
Met het zien van de nederlaag van het Poolse leger in de strijd tegen de Duitse troepen en de evacuatie van de Poolse regering en politie, begon de lokale Oekraïense bevolking militaire groepen te organiseren en de steden over te nemen.
Ze pakten de individuele Poolse soldaten op, ontdeden ze van hun wapens en uniformen. Diegenen die Oekraïens waren, lieten ze vrij en de Polen vermoordden ze op een beestachtige wijze.
De rivieren Horynia en Styr gooiden later tientallen vermoorde soldaten op hun oevers uit.
Deze militaire groepen vermoordden de baby’s door ze op de hooivorken te spitsen. Om de nek kregen de slachtoffertjes een briefje met een spottende tekst en ter afschrikking voor de bevolking werden ze in de mest dagen lang achtergelaten. (26)
Het Balans van 1939-1941?
In 1939 sneuvelden er 1036-1139 Polen in Wolyn, uit z’n 86 woonplaatsen.
Na het grijpen van de macht in Wolyn en Galicië begonnen de Sovjets meteen de bolsjewistische orde in te voeren. (27)
Vanaf 17 september 1939 arresteerden ze allen, die de nieuwe macht niet accepteerden of er verdacht van werden.
Tot mei 1941 vielen 21.500 duizend slachtoffers van dit beleid, waarvan waarschijnlijk 7.000 Polen, 8.000 Oekraieners en 5.000 Joden.
De elites van de Poolse samenleving als z.g.n. ‘gevaarlijke groepen’ werden geliquideerd. Als middel daarvoor gebruikten de Sovjets massale deportaties naar de diep in de Sovjet-Unie gelegen gebieden, zoals Siberië en Kazachstan.
In februari, april en juni 1940 waren dat de Poolse kolonisten, waaronder de Poolse militairen, families van de onderdrukte personen, oorlogsvluchtelingen van september 1939.
In de jaren 1940-1941 hebben de Sovjets 42.000 mensen uit Wolyn verwijderd, waarvan 28.200, die daar voor 1939 woonden. In meerderheid waren het Polen.
In tegenstelling tot de Polen hebben de Oekraïners de komst van de Sovjets met vreugde verwelkomd. Ze zagen ze als bevrijders.
Zodra de Sovjets de macht kregen, begon de NKWD eerst met de liquidatie van het Oekraïens verzet in april 1940. (28). Medio 1940 werd de Oekraïense bevolking het slachtoffer van de onderdrukking. (29). In april 1941 begon de NKWD de belangrijkste leiders van de OUN uit te schakelen. (30)
Voordat de Duitsers in 1941 kwamen, hebben de NKWD en NKGB een bloedbad in elke gevangenis van Wolyn veroorzaakt.
Iedereen met een doodstraf hebben ze dood geschoten. De overige gevangenen schoten ze met een machinegeweer dood en ze gooiden granaten in de gevangeniscellen.
Van 5,500 gevangenen was op z’n minst 2,500 dood. De meesten waren de Oekraïners. (31)
Uiteindelijk hebben ook de Duitsers de OUN mensen laten oppakken en in het geheim als plunderaars laten doden (32).
Een tragedie, omdat
Jozef Marecki, priester, historicus en wetenschapper noemt de moorden op de Poolse bevolking vooral een tragedie:
-
Vele historici, politici en de z.g.n. “politiek correcte” mensen noemen deze moorden onterecht een Pools-Oekrains conflict
-
De daders waren christenen en ze vernielden de kerken, misbruikten religieuze symbolen en ontheiligden de menselijke resten
-
De schachtoffers zijn helemaal vergeten, de overgrote meerderheid van hen heeft geen graven
-
De overlevenden zijn bewust aan hun lot overgelaten. Er is hen de kindertijd, jeugd en de toekomst afgenomen
-
Men presenteert de jaren 1943-45, zowel in de Poolse als buitenlandse literatuur op een marginale en oneerlijke wijze. De oorzaak van deze genocide wordt verzwegen, de namen van de ideologen van het Oekraïns nationalisme worden niet genoemd
-
Men nivelleert het verschil tussen de slachtoffers en de moordenaars. Het lijkt alsof er geen schuldigen zijn, men ontwijkt het praten over de SS-Galizien. Er wordt gesuggereerd dat de Polen hier zelf de schuld van zijn
-
De moordenaars krijgen gedenkmonumenten, worden als nationale helden geëerd. De straten, pleinen en scholen krijgen hun namen. En wie praat over de slachtoffers van hun moorden?
(33)
Lees meer: het verschil tussen het Duits en Latijns, Pools nationalisme
Bronnen:
(1) Dermot Quin “In search of Polish Anti-Semitism”, The Chesterton Review Vol. XXXIII, Spring/Summer 2007
(2) Joanna Wieliczka-Szarkowa: “Wolyn we Krwi 1943”, pag. 60
(3) idem, pag. 103
(4) idem, pag. 75-76
(10) idem, pag. 100
(11) idem, pag. 95-97
(12) idem, pag. 99
(13) idem, pag. 101
(14) idem, pag. 48
(15) idem, pag. 41-43
(16) idem, pag. 241
(17) idem, pag. 320
(18) idem, pag. 242-243
(19) idem, pag. 246-247
(20) idem, pag. 105-109
(21) idem, pag. 119
(22) idem, pag. 126
(23) idem, pag. 111
(24) idem, pag. 113
(25) idem, pag. 114
(26) idem, pag. 109-112
(27) idem, pag. 114-115
(28) idem, pag. 120-123
(29) idem, pag. 117-118
(30) idem, pag. 126-128
(31) idem, pag. 129-132
(32) idem, pag. 135-138
(33) idem, pag. 15-16