“Van de 86 producenten in Hollywood waren 53 Joden, immigranten uit Oost-Europa. Onder degenen die verantwoordelijk waren voor de plots van de films was een groot aantal Joden” (1)
Koch, Lubitsch en Epstein waren belangrijke politieke agenten in Hollywood. (2) Volgens scenarioschrijver Julius Epstein: “De aanwezigheid van de Joden had zo’n grote invloed op Hollywood dat zelfs heidenen dachten ‘in het Joods.’” (3)
De Joodse immigratie was een generatie eerder in Amerika dan de Poolse diaspora. De Vaudeville en Broadway, en later de radio hadden al bepaalde etnische types voortgebracht. (4) Het [Amerikaanse] publiek was al gewend geraakt aan bepaalde types met bepaalde nationaliteiten. (5)
De Joden en Ieren vonden snel hun plaats in de amusementsindustrie en op het toneel werden ze het meest zichtbaar. Italianen iets minder. De karakters van de Joden stonden, in vergelijking met die van de Ieren, minder vaak op de voorgrond, hoewel zij bijna zonder uitzondering met sympathie werden voorgesteld. (6)

Weinigen weten dat de bekende, grote filmproducenten in Hollywood kwamen uit Polen.
We hebben het over Jack en Harry Warner uit centraal Polen, Samuel Goldwyn (Szmuel Gelbfisz) uit Warschau, Louis B. Mayer uit de omgeving van Minsk in het oostelijke grensgebied.

Ook de Hollywood sterren als Paul Muni (Mehilen Weisenfreund) uit [Poolse] Lwów onder de Oostenrijkse partitie en Al Jolson (Asa Joelson) uit de oostelijke grensgebieden van Polen. Het lijkt erop dat geen van hen een band had met de Poolse gemeenschap in Amerika of dat ze na 1918 hun gehechtheid aan Polen benadrukten. (7)

In de jaren voorafgaand aan de oorlog had Polen een slechte reputatie onder de Joden. De reden daarvan is complex volgens Biskupski, en de geschiedenis van de Pools-Joodse relaties is tot de dag van vandaag in Amerika nog niet verteld.
Toen Polen in 1919 voor onafhankelijkheid vocht, kwamen er geruchten naar Amerika dat de Polen de Joodse bevolking niet goed behandelden, later bleek dat overdreven.
Pools-Joodse relatie, 1772-1919
Tijdens de 123 jaar durende bezetting van Polen zochten Polen de gewone menselijke solidariteit. Ze zochten het overal ter wereld, maar vooral onder diegenen die het land sinds de eeuwen bewoonden, en er bijzondere bescherming in genoten.

De houding die Joden, de grootste na de Poolse bevolking groep in Polen *) aannamen, noemde men bij de naam: ‘de enorme ondankbaarheid en het regelrechte verraad‘ (16)
Volgens Joodse historicus, Majer Balaban “begrepen [Joden] de bezetting niet, het interesseerde hen niet dat drie mogendheden de deling van Polen hadden ondertekend’. ‘Ze aanbaden de indringers en zwoeren hen de loyaliteit.'” (8) “Met een uitzondering van 1-2% hebben Joden tijdens de 123 jaar gevangenschap van Polen geen solidariteit getoond. Ze hebben geen deel aan de strijd en de opbouw van de nieuwe Poolse staat genomen. Ze waren echter de eersten, die van de nieuw gewonnen onafhankelijkheid wilden profiteren door mede eigenschap van Polen te eisen.” (9)
Dus op het moment toen de Polen hun onafhankelijkheid in 1918 hadden herwonnen, één ding werd duidelijk dat “de Joodse ‘natie’ geen vertrouwen, respect en solidariteit van de opgebouwde Poolse staat verdiende“. Deze overtuiging werd versterkt door de Joodse claims op het Poolse grondgebied. Het gebeurde voordat nog de laatste strijd voor de onafhankelijkheid moest worden gewonnen. Op 21-22 oktober 1918 vond de zionistische conferentie in Warschau plaats. Izaak Grünbaum eiste van de Poolse staat een constitutionele garantie voor de nationale autonomie voor de Joden in Polen. (10)
Door dit te accepteren zou Polen in een soort corporatie veranderen. In Polen, vanaf het moment van het herwinnen van de onafhankelijkheid in 1918 hadden de Joodse, Ruthenische [Russische] en Duitse minderheden gelijke rechten met de Poolse bevolking. Ze waren op gelijke wijze in alle gezamenlijke organen vertegenwoordigd. Als ze daarnaast nog afzonderlijke lichamen kregen, zouden de Polen als de enige natie tot een rol van paria in hun eigen land gereduceerd worden. Dat kon niemand accepteren. (11)

Het is ook het moment waarop de, inmiddels een eeuw durende, vijandige propaganda van de Joodse organisaties tegen Polen begon. In 1919 had het zoveel invloed, dat men Polen in het verdrag van Versailles slechter behandelde dan de verliezers van de Grote Oorlog, de Duitsers.
Een Joods verhaal, de haggada
“In de joodse cultuur is de haggada een verhaal, een soort saga waarin het niet zozeer gaat om de getrouwe weergave van de gebeurtenissen die aan de basis liggen van het verhaal, maar om de moraal die eruit moet worden getrokken. Het verhaal is dus zo samengesteld dat de eerder ontworpen moraal zich opdringt aan de luisteraar (…), maar de waarheid heeft er niets mee te maken, want het gaat om moraal.” (12)
De kinderen van Joodse immigranten in Amerika wisten niets over het Poolse verleden van hun families, zoals Albert Maltz en Walter Bernstein getuigden. (13)
Een uitspraak van John H. Lawson, dat zijn ‘grootouders ‘uit het Poolse getto **) ontsnapten‘ (13) was historisch onjuist. Deze generatie mensen ontsnapte van onder de Russische partitie. (14) In gevolg van de deling van Polen eind achttiende eeuw bestond Polen niet meer op de kaart van Europa. In Rusland waren getto’s niet toegestaan.

Ook de verhalen van de vader van Harry en Jack Warner waren verzonnen en negatief over Polen. Hij verliet het door Rusland bezet Polen in 1883. In zijn biografie vertelt hij over de ‘Poolse politie‘ die Joden belette om de Thora te lezen. Nogmaals Polen bestond toen niet, en hoewel de tsaristische staat Joden ongunstig was, had hij geen mogelijkheid of er zin in om te voorkomen dat de enorme bevolking van de [red. toen bezette] Poolse gebieden de Heilige Schrift zou lezen. De informatie over pogroms was ook onjuist. (14)
Jack en Harry Warner konden of wilden niet de echte naam van hun familie onthullen, zelfs niet aan hun eigen kinderen. (13) Hal Wallis (Aaron Blum Wolowicz), het best bekend als producer van Casablanca, The Adventures of Robin Hood, en True Grit, samen met vele andere grote films voor Warner Bros in Hollywood wilde niet dat zijn verleden bekend werd en gaf zijn echte naam niet op. Hij had zijn verleden uit zijn leven gewist. (13)
Interessant is dat de anticommunistische emigranten uit Rusland na 1941 niet meer zo anticommunistisch waren.
Na 1941 heerste de wijdverbreide en terechte overtuiging dat de Sovjet-Unie een centrale rol speelde in de strijd tegen het nazi-Duitsland. Dit uitte zich in de sympathie van veel Joden uit de filmbranche voor de Sovjet-Unie, ondanks hun angst voor het communisme en afkeer van het traditionele Russische antisemitisme. De “Amerikaanse Joden‘, zo schrijft Novick, ‘waren tijdens de oorlog de vurigste aanhangers van het Rode Leger‘. Voor de Polen, die wisten wat het Rode Leger met de Polen deed, was dit een verwerpelijke houding. (15)
Volgende blog: Deel 4: Anti-Poolse propaganda in de Amerikaanse films
Vorige blog: Deel 2: Hollywood’s motieven
___________________________
*) Het is onmogelijk de geschiedenis van de Poolse Joden in de periode van de Tweede Republiek te begrijpen, evenals de vroegere betrekkingen tussen de twee gemeenschappen, zonder de omvang van de Joodse bevolking te beseffen. (…) Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog waren er ongeveer 3,4 miljoen Joden in Polen.
In Warschau woonden in de jaren dertig ongeveer 355 duizend Joden (meer dan 30% van de totale bevolking van de hoofdstad). Het was meer dan in heel Palestina. In Lodz vormden zij ongeveer 205 duizend mensen (33% van de totale bevolking), meer dan in heel Frankrijk. In Krakau waren er voor het uitbreken van de oorlog bijna 60 duizend Joden (26 %): meer dan in Italië. In 1939 telde Tarnów 56.000 inwoners, waarvan ongeveer 25.000 Joden (45 %). Dat betekent dat er in de stad evenveel Joden woonden als in heel Zwitserland. In Nowy Sącz waren er 10.000 Joden (30 %), heel wat meer dan in Zweden. Bron: Włodzimierz Knap: https://www.naszahistoria.pl/zlozone-relacje-polskozydowskie-w-ii-rp/ar/10521562
**) over getto’s: “De meeste Poolse Joden, d.w.z. 85% woonden in getto’s voor de Tweede Wereldoorlog, en in Polen sinds de eeuwen. (…) Het was echter geen Poolse uitvinding, zoals sommigen proberen dit te verklaren met het ‘Pools aangeboren antisemitisme’. Sinds de middeleeuwen leefden Joden in afzondering. Het was ook hun eigen keuze.
Vooral in reactie op de vervolging in West-Europa in de 13e tot 15e eeuw, zijn Joden steeds meer geneigd zich in hun eigen kring te vestigen. Door de nationale en religieuze banden aan te halen, proberen ze hun culturele en religieuze onderscheid te redden.
Voor Joden was getto hun thuis, een dagelijks leven. ‘In zo’n wijk zou geen Joodse huisbezitter, een huis aan een christen verhuren, ongeacht of het een Pool, Duitser of Tsjech was. Dit was om fundamentele redenen onmogelijk. Voor een vrome Jood is het een zonde om een vreemde in zijn huis te hebben. Het huis is een gemeenschap'” – Władysław Bartoszewski, Poolse Jood, overlevende van de Holocaust, lid van de Home Army (het Poolse ondergrondse leger) in 1939-45
Bron: Ewa Kurek “Poza granica solidarności. Stosunki polsko-zydowskie 1939-45”, pag. 39; meer lezen: Blog#53
Bronnen:

Poolse versie van het boek van Mieczysław B.B. Biskupski: “Hollywood’s war with Poland 1939-1945“, The University Press of Kentucky, 2010; Internet verkoop: fijorre@fijorr.com/www.fijor.com – prof. M.B.B. Biskupski is een Amerikaanse historicus aan Central Connecticut State University, VS:
(1) voetnoten (22) pag. 352
(2) pag. 334
(3) pag. 352
(4) pag. 58
(5) pag. 61-63
(6) pag. 57-59
(7) pag. 47-49
(8) dr Ewa Kurek: “Voorbij de grens van solidariteit. Pools-Joodse relaties 1939-1945” pag. 53-54
(9) idem, pag. 71
(10) idem, pag. 68-69
(11) idem, pag. 71; uit het parlementair verslag, november 1920, l.59
B.B. Biskupski: “Hollywood’s war with Poland 1939-1945“:
(12) Stanislaw Michalski/Voorwoord in de Poolse uitgaven – ‘Na pograniczu snu i jawy’ [Op de grens van droom en werkelijkheid], pag. 15
(13) pag. 353
(14), pag. 363
(15) pag.51
(16) Ewa Kurek: “Voorbij de grens van solidariteit. Pools-Joodse relaties 1939-1945”, pag. 68