11 november, het ontstaan
11 november, de Onafhankelijkheidsdag in Polen symboliseert de Tweede Poolse Republiek (1920-1939). Deze dag wordt toegeschreven aan de grote inspanning van de Polen om de voor 123-jarig verloren staat opnieuw op te bouwen, ondanks de historische, politieke, culturele en economische tegenspoed (1).
In het begin van de twintigste eeuw werd Polen als land in een extreem moeilijke omstandigheden gevormd. Voordat er een herkenbaar, modern land kon ontstaan, moesten de Polen veel problemen overwinnen. Het vastleggen van de grenzen van Polen behoort tot de moeilijkste episode van de moderne Europese geschiedenis. Er was sprake van zes grensoorlogen en één zeer ernstig conflict, de Pools-Sovjet oorlog van 1919-1920.
Polen heeft altijd weinig te danken gehad aan haar bondgenoten en nog minder aan haar vijanden. Allebei verwelkomden haar ontstaan in 1918-20 als onafhankelijke staat met minachting. Broos en onbemind werd Polen geconfronteerd met soortgelijke problemen van legitimiteit binnen haar eigen grenzen (2).
11 november herinnert ook aan twee andere gebeurtenissen die op dezelfde dag in het nog niet-bestaande Polen en door de oorlogen vernietigde Europa plaatsvonden, nl:
- de Franse maarschalk Ferdinand Foch dicteerde Duitsland, namens de geallieerden de voorwaarden voor het einde van de oorlog. De Duitsers tekenden een wapenstilstand, die definitief de Eerste Wereldoorlog beëindigde
- Józef Piłsudski kwam naar Warschau nadat de Duitsers hem een dag eerder uit een gevangenis in Magdeburg hadden vrijgelaten
Piłsudski, de onbetwiste leider
Voor de meeste Polen was Piłsudski toen een symbool van de Poolse strijd voor de onafhankelijkheid en voor de duizenden betekende hij hoop. Daarom ondanks de oprichting van verschillende machtscentra in die tijd in Polen, alleen Piłsudski was de reële leider van de herboren Poolse staat.
Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, kregen de Polen hoop op onafhankelijkheid en eigen staat. Echter verspreid over drie verschillende gebieden (partities), geplaagd door het trauma van de januari-opstand (1863), geloofden ze niet echt dat ze dit zelf zouden kunnen doen.
Alleen Piłsudski was in staat om het idee van de gewapende strijd voor onafhankelijkheid te formuleren en het Poolse leger op te richten. Hij geloofde erin dat de Polen hun onafhankelijkheid konden herwinnen en behouden.
Piłsudski en zijn legioenen hebben het bewezen. In dezelfde geest streden de verdedigers van Lvov in november 1918, ook de opstanders in de provincie Groot Polen (Wielkopolska) in december 1918, en Sileziërs tijdens de drie opstanden in de jaren 1919-1921, ook Lucjan Zeligowski in zijn strijd om Vilnius en tot slot Piłsudski zelf in de Sovjet-Poolse oorlog in 1920 (1).
Wederopbouw en de zes oorlogen
Op 11 november neemt Piłsudski het commando over het Poolse leger. Hij krijgt de opdracht om de nationale regering te vormen en de volledig soevereine Poolse staat op te bouwen. Op 16 november stuurt hij een bericht naar alle regeringleiders, in Europa en Amerika over het bestaan van de Poolse onafhankelijke staat.
Dit grote succes was mogelijk geweest dankzij de diplomatie van de pianist Ignacy Paderewski die actief in de VS was en van Roman Dmowski en zijn politieke organisatie het Pools Nationaal Comite in Parijs.
Op de vredesconferentie in Versailles heeft Dmowski de leiders van de Europese machten overtuigd dat onafhankelijk Polen noodzakelijk is. Dmowski’s sterke argument dwong zelfs de, zo ongunstige voor Polen Britse premier David Lloyd George dit te accepteren.
In 1918 namen de Polen niet alleen de macht in hun eigen land over, maar ze kregen internationale steun en ze begonnen onmiddellijk het land opnieuw op te bouwen.
Ondanks de acceptatie van Westerse landen, moesten de Polen in de jaren 1918-1921 zes grensoorlogen voeren om de grenzen van hun staat uiteindelijk vorm te kunnen geven.
Dit was een enorme militaire inspanning van alle Polen, die in staat waren alle politieke verschillen op zij te zetten en als één man te vechten.
De opbouw van een democratische staat was begonnen, ondanks het feit dat de parlementaire democratie in Europa na de Eerste Wereldoorlog nog niet succesvol was.
De bekroning van dit proces was het vaststellen van de grondwet in het parlement op 17 maart 1921. De hervormingen in het land vonden plaats zonder financiele hulp vanuit het buitenland en praktisch alleen dankzij eigen middelen van de Poolse bevolking, en ondanks de economische wereldcrisis en de economische oorlog met Duitsland (1).
Dit herinnert aan een eerdere grote succes van Polen, de unieke hervormingen in de jaren 1772-1792, een bewijs van de sterke geest van de Poolse natie.
Hervormingen (1920-1939)
Sociaal-economische Successen:
- parlementair systeem met een uitgebreid lokaal zelfbestuur en uitgebreide burgerlijke vrijheden
- grondwet garandeerde alle nationale minderheden het recht om hun eigen identiteit en ontwikkeling te behouden. Het veranderde niet, zelfs toen Piłsudski in 1926 democratie in het land beperkte
- sociale wetgeving: arbeidsverzekering, arbeidsinspecties, collectieve arbeidsovereenkomsten en arbeidsnormen
- één wet voor het hele land; drie verschillende, oude wetten van de bezettende machten door eenduidige codering vervangen (burgerlijk recht, strafrecht, burgerlijke en strafrechtelijke procedures, bepalingen over de rechtbanken)
- bekwame en efficiënte overheidsadministratie, rechtbanken, politie, staatskas en het leger. De uitgaven aan het leger vormden 1/3 van het staatsinkomen in 1938
- hervorming van premier Wladyslaw Grabski (beperking van de staatsuitgaven, nieuwe bank Bank Polski, uitgifte van zloty-valuta) zonder financiële hulp vanuit het buitenland en praktisch alleen dankzij eigen middelen van de Poolse bevolking uitgevoerd
- ondanks de economische wereldcrisis en de economische oorlog met Duitsland, herstelt de economische welvaart in Polen in de tweede helft van de jaren dertig. Dit werd ondersteund door de investeringsprogramma’s van de staat (Gdynia-haven, Centraal Industriegebied)
- levensstandaard van de samenleving in het westelijke en oostelijke deel van het land werd gelijkgesteld (door de delingen van Polen waren de verschillen groot)
- hervorming van het onderwijs (algemeen gratis schoolplicht ingevoerd)
- dankzij het onderwijs ontwikkelde de wetenschap, die een goed Europees niveau vertegenwoordigde. In de wereld wetenschap erkende namen: Z. Banach, H. Stainhaus (wiskunde), prof. L. Hirszfeld, K. Funk (medicijnen), prof. St. Bryla (bruggen bouwkunde).
- Wereldunie van Polen in 1934 gevormd, voor alle Polen die door de delingen van Polen in ballingschap moesten leven (1)
Onafhankelijkheidsdag verbannen (1939-1989)
Officiële of openbare viering van de Onafhankelijkheidsdag tijdens de Tweede Wereldoorlog in Polen was, net zoals alle andere manifestaties van het Pools zijn gewoonweg onmogelijk. Alleen de Poolse strijdkrachten die naast de geallieerden hebben gevochten, konden deze dag vieren.
Toen in 1944 de Sovjet communisten de macht in Polen overnamen, hebben ze de feestdag op 22 juli aangekondigd, en ze noemden deze dag de Nationale Wederopstanding van Polen.
Het feest van 11 november was een doorn in het oog van de Sovjets, want het symboliseerde de Tweede Poolse Republiek, die ze haatten. De vernietiging van het nationale geheugen was een onafscheidelijk kenmerk van de communistische staat.
Tijdens de Volksrepubliek Polen (1944-1989) hebben de autoriteiten elke patriottische manifestatie met behulp van ZOMO (in de communistische tijd een vast element van de represailles) brutaal onderdrukt.
De communistische geheime dienst vervolgde en intimideerde de organisatoren van manifestaties. De autoriteiten aarzelden niet om zelfs de bloemen van de monumenten te verwijderen die symbool staan voor het herstel van de onafhankelijkheid in november 1918.
Onafhankelijkheidsdag hersteld? (1989-2015)
Het parlement van de Volksrepubliek Polen (PRL) heeft de Onafhankelijkheidsdag van 11 november door middel van een speciale wet op 21 februari 1989 hersteld. Dit gebeurde tijdens de z.g.n. ‘ronde tafel besprekingen’, waarin de vertegenwoordigers van de communisten en de ‘oppositie’ gesprekken voerden.
Polen hebben dit aangegrepen als een teken van de ware vrijheid waar ze zo lang op hadden gewacht, maar ze hebben niet gemerkt dat de partijen aan de ronde tafel ze in werkelijkheid hebben verraden.
Het is belangrijk hier te vermelden dat in de late jaren 80-tig en de hele jaren 90-tig de kennis van de gesprekken en overeenkomsten tussen de ‘oppositie’ en het communistische regime (laat staan de gesprekken in Moskou) een geheime kennis was, voor het grote publiek niet toegankelijk (3).
De ‘ronde tafel’ was in wezen een theatervoorstelling tussen de vertegenwoordigers van de communistische machthebbers en de zelfbenoemde vertegenwoordigers van Solidarność. De afspraken over de Derde Poolse Republiek (1989-2015) hebben de Poolse maatschappij voor 27 jaar verdeeld in de betere burgers [de (post)communisten, voortaan als liberaal-democraten en hun aanhang], en de mindere burgers [de rest van de bevolking].
De praktijken uit de communistische tijd bleven aan de orde van de dag, maar dit keer met andere middelen en onder de andere slogans.
De Derde Poolse Republiek was een land, waarin Polen zich niet zo vrij en onafhankelijk voelden (1) als ze het hadden gehoopt.
Bronnen:
(1) Leszek Pietrzak: “Zakazana Historia” ,”Zapomniana duma Polakow”, 2011 str. 143-149
(2) Dermot Quin “In search of Polish Anti-Semitism”, The Chesterton Review Vol. XXXIII, Spring/Summer 2007
(3) B. Stanislawczyk, “Kto sie boi prawdy?”, ‘Walka o “dusze narodu”, czyli media w sluzbie polityki’, pag. 302-309