
(…) Wee degenen die onrechtvaardige wetten uitvaardigen, die de onderdrukking wettelijk bekrachtigen. Zij verdraaien het recht van de zwakken (…)” – Jesaja 10:1-2
De onderwerpen die in de blogs 51 t/m 58 aan bod komen:
- “S-447 JUST”/De inleiding: historische feiten, voor wie de schadeloosstelling en teruggave van bezittingen, “Magdalenka/Rondetafel afspraken van 1989” en de communistische invloed anno 2019
- “S-447 JUST” is ongrondwettig en onverenigbaar met het parlementaire recht in de Amerikaanse wetgeving
- Verdrag van Luxemburg d.d. 10 september 1950 tussen de Duitse Federale Republiek en Israël
- De vrijwaringsverdrag d.d. 16 juli 1960 tussen Polen de VS en de andere Europese landen
- Mythische rijkdommen van de Poolse Joden voor de Tweede Wereldoorlog – wie is wie iets schuldig? Deel 1, Deel 2
- “S-447 JUST” – een uitkomst van een goed georganiseerd en vooruitgedacht plan van de Joodse organisaties. Deel 1, Deel 2
- “Holocaust restitutie – “Dubieuze en frauduleuze onderneming van de Joodse organisaties” – helaas is dit artikel, door fenixx.org, van internet verdwenen.
Welke groep van Poolse Joden heeft de Holocaust overleefd?
Volgens historica Ewa Kuren waren de Poolse Joden in Polen tussen 1918-1939 zowel een nationale minderheid, de grootste Joodse diaspora, maar vooral een etnische groep.
Tijdens hun verblijf in Polen tot aan de Holocaust leefden Poolse Joden binnen de lokale getto’s en zoals de Joodse historicus, Alexander Hertz hen beschreef, vormden ze als geheel een kaste. Ze hadden eigen religie, taal, bepaalde lange tradities. Ze maakten eigen literatuur, filosofie en kunst. Ze hadden eigen rechtssysteem en wettelijk-moreel systeem, die de wijze waarop ze leefden en hun deelname aan de kaste bepaalden. (1)
Aan het begin van de twintigste kon men Poolse Joden in ten minste drie groepen verdelen: gepoloniseerde, geëmancipeerde en degenen die Joodse historicus, Majer Balaban omschreef als ‘een grote, compacte massa orthodoxie‘.
Volgens Majer Balaban was deze verdeling ook niet strikt. In elk Joods gezin in Polen in de jaren 1918-39 trof men zowel de gepoloniseerde, geëmancipeerde Joden als Joden die trouw aan de “dichte massa van orthodoxie” waren gebleven.
Toen na 123 jaar Polen als staat opnieuw ontstond, “waren de gepoloniseerde Joden Pools. De geëmancipeerde Joden streefden binnen de democratische regels naar eigen autonomie, en toen het niet lukte, naar het behoud van eigen cultuur en taal, of kozen ze voor de communistische beweging” (2)
“De geassimileerde Joden zijn vooral degenen die de Holocaust hebben overleeft. Op basis van hun relaties ontstond de voorstelling van de genocide op de Poolse Joden. De doden hebben geen stem“, schrijft historica Ewa Kurek. “Over het bestaan van de Poolse chassieden willen vooral de Joden zelf niet weten. In de joodse herinneringen verdween het vooroorlogse beeld van de getto’s, armoe, onwetendheid en verwaarlozing. Iedereen, die het aan het daglicht probeert te brengen, komt de aanvallen tegen. Volgens diegenen die de geschiedenis aan het herschrijven zijn, zou de waarheid over de arme Poolse Joden samen met hen moeten sterven“. (3)
Joodse memoires?
Dr Samuel Gringauz, Joodse historicus en overlevende van de Holocaust merkte al in de jaren 50-tig van de vorige eeuw dat alle Joodse memoires en getuigenissen uit de oorlogstijd aan een grondig historisch onderzoek toe waren. Toen wees hij erop dat de getuigenissen mogelijkerwijze uit persoonlijke wraak werden afgelegd.
Hij beschreef ze als “(…) Judeo-centrisch, logo-centrisch en egocentrisch. (…) Dit is waarom de meeste [red. Joodse} memoires en verslagen vol zitten met: absurde praatjes, overdreven zelfpromotie, onbekwaam denken, bevlogen ambities, onbewezen zaken, vooroordelen, voor een deel aanvallen en excuses”. (4)
Toen de Sovjet communisten Polen na 1944 binnen kwamen, gebruikten ze deze memoires en getuigenissen om met de Poolse ondergrondse af te rekenen.
De communisten waren gekant tegen elke vorm van Pools verzet, die de Polen hun onafhankelijkheid terug zou kunnen brengen. Dus in de eerste linie van aanval waren diegenen, die tijdens de oorlog in de Nationale Strijdkrachten, de Boerenbataljons of de Home Army waren. Maar ook diegenen die de strijd tegen Hitler in het Westen, samen met de geallieerden voerden.
Ook in de z.g.n. Yizkor bukh, een verzameling van verschillende memoires uit een bepaald gebied, vinden we, schrijft Ireneusz Lisiak, “de beschrijvingen van echte gebeurtenissen, maar ook verhalen van het horen zeggen, verrijkt met de typische voor de Joden onvriendelijke houding tegenover de Polen, de katholieke kerk, priesters en de katholieken (…)“. (5)
De Joodse wetenschapper, dr Icchak (Henryk) Rubin zei rechtuit, dat “de mens echter instinctief de schuldigen van zijn tegenslagen zoekt en heeft daarin de neiging om te generaliseren en details uit zijn eigen ervaringen met de fantasieën aan te vullen“.
In zijn bewerking over de getto van Lodz uit 1988 schrijft dr Icchak (Henryk) Rubin dat het de “(…) officieren van het Joodse Comité waren, die door de communistische partij waren benoemd en de getuigenissen verzamelden. Zij wezen diegenen die de getuigenissen hadden opgeschreven aan, wie ze als schuldige moesten aanwijzen en welke straf ze verdienden“. (5)
Zo te zien, was de kennis op deze wijze verkregen gecontroleerd, ideologisch en cultureel beïnvloed.
Tot de dag van vandaag zijn de memoires, getuigenissen nooit geverifieerd.
Volgens de “nieuwe geschiedschrijving“, door J. T. Gross vertegenwoordigd, is “de twijfel tegenover niet-Joden verplicht. Terwijl een historicus moet een positieve houding tegenover de Joodse relaties aannemen en de waarheid daarvan op geen wijze in twijfel trekken“. (13)
Dit maakt het onmogelijk om de waarheid goed te dienen.
Rol van de Amerikaanse en West-Europese historici
“Voor de Amerikaanse en West-Europese historici was de oorlog van 1939-1945 op het Poolse grondgebied alleen een achtergrond voor de Holocaust. Buiten de Holocaust bestond toen niets meer wat van belang was. En als je de zaken zo stelt, was de Tweede Wereldoorlog voor de Polen een, niets hun rust verstorende, episode. De wereld is gaan geloven dat het alleen Joden waren, die in de Tweede Wereldoorlog hebben geleden“. (6)
Daar zijn er Twee redenen voor, schrijft historicus Ireneusz T. Lisiak.
Ten eerste zijn momenteel maar weinig onderzoekers in het Westen, die trouw zijn aan een wetenschappelijke benadering van het onderzoek.
Dit is een gevolg van de politieke correctheid die geen kritiek op de officieel aangenomen en opgelegde interpretatie van de Holocaust toestaat.
Ten tweede wordt er geen rekening gehouden met de Poolse bronnen. De westerse onderzoekers steunen op secundaire bronnen, monografieën en studies in het Engels.
Misschien daarom, schrijft Ireneusz Lisiak, krijgen we een overvloed aan studies en films, zoals “Defiance” of “Inglourious Basterds“, die de Joodse partizanen afbeelden als een belangrijke en compromisloze kracht in de strijd tegen de Duitsers.
Dat vertellen ook boeken over de gebroeders Bielski.
In werkelijkheid waren de gebroeders Bielski, als veel Joodse groepen in die tijd criminelen, die op de Poolse boeren gewapende overvallen pleegden en vrouwen verkrachtten.
Daarbij noemden ze de Poolse boeren ‘fascisten’.
En dit soort memoires zonder verificaties nemen de Amerikaanse onderzoekers klakkeloos over.
De discussie van tegenwoordig lijkt niet over de historische waarheid in de Joods-Poolse relatie te gaan. Het zoeken van waarheid is uit de mode en alles is aan interpretaties en politieke stroming onderhevig.
De bezetters van Polen
Sinds ik met het schrijven van mijn blog bezig ben, gaan mijn ogen in veel zaken open.
Opvallend is een patroon in het gedrag van de bezetters van Polen, uit het verleden of diegenen die nu deze ‘ambitie’ hebben.
De bezetters van Polen hebben altijd één prioriteit gehad. Eerst de opinie van Polen in het Westen, in de wereld te bederven zodat niemand met ons medelijden zou hebben als ze ons overvallen en onderling verdelen.
Dit gebeurde in de achttiende eeuw, vlak voor de eerste deling van Polen. Dit gebeurde voor en tijdens het verdrag van Verseilles in 1919 en vlak voor de Tweede Wereldoorlog.
Dit gebeurde voor 1989 zodat de communisten hun greep op Polen konden houden. Nu anno 2019 wordt hetzelfde patroon gevolgd.
Gevaarlijke mythen
Zeer gevaarlijk zijn de mythen over de Joodse rijkdommen.
Tientallen jaren na de oorlog, de vernietiging van de documenten en bewijzen van eigendom, het overlijden van eigenaren.
Sinds tientallen jaren probeert men een legende van ongekende rijkdommen van de Poolse Joden te creëren en hiermee reële grond voor de financiële claims.
De wereld liet zich “effectief overtuigen van de overal aanwezige rijkdom van alle Joden“, schrijft Ireneusz Lisiak in zijn boek.
Emanuel Ringelbloem, Poolse Jood, historicus en politicus zei voor de WOII: “de meeste Poolse Joden waren straat arm en volledig door de Joodse elite vergeten“. (7)
Dit bevestigen ook de beschrijving van de Poolse, middeleeuwse voorstellingen rond de Kerst. “In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht over het (…) stereotype van de Joodse rijkdom, komt een wijdverbreide Joodse armoede voort uit het Kerst-beeld van een Jood“. (8)
Men moet weten
“Men moet weten, zegt historicus Ewa Kurek, dat onder Poolse Joden slechts een paar procent extreem rijke Joden waren.
De meesten van hen zijn zo rijk geworden, omdat ze vierhonderd jaar lang tot 1764 de joodse gemeenschappen extreem hoge belastingen oplegden. De joodse bevolking bestond uit de eenvoudige Joodse chassieden, dramatisch armen.
De Judenratten en de Joodse politieagenten [red. policja żydowska, Jüdischer Ordnungsdienst] hebben deze Joodse chassieden op bevel van de Duitsers als eersten in de wagons geladen en naar Chełmno, Treblinka, Bełżec en andere vernietigingskampen gestuurd.
Emanuel Ringelblum, de Joodse schrijver van een dagboek, vermoord door de Duitsers, schreef dat onder de geassimileerde rijke Joden in het getto van Warschau een uitdrukking had postgevat: ‘de menigte moet sterven‘.
Daarom, zegt Ewa Kuren, hadden onze Poolse Joodse chassieden geen kans om gered te worden. Ze kenden geen Pools. Ze werden veracht door hun eigen verlichte Joden.” (14)
Ultimatum tot terugbetalingen?
Steeds vaker horen we over ‘een ultimatum tot terugbetaling, schadeloosstelling of compensatie voor het Joods onroerend goed dat nog in Polen is achtergebleven‘.

Het is merkwaardig dat deze eisen de eigendommen betreffen die zijn achtergelaten in het vooroorlogse IIRP.
‘Voor de Joodse kringen is het blijkbaar onbelangrijk dat Polen 1/3 van zijn grondgebied in de oostelijke gebieden door de oorlog [red. aan de Sovjet Unie] verloor“. (9)
In de afgelopen 50 jaar ontstond een zorgvuldig opgebouwd en wijdverbreid geloof, dat 10% Joden in het vooroorlogse Polen 40% van alle belastingen betaalden.
Het is ook triest dat sommige belangrijke Joodse historici hun aanzien gebruikten om dit verzinsel door de jaren heen te laten beklijven. (10)
3 miljoen Poolse Joden afhankelijk van de liefdadiagheidsorganisaties
Het zou betekenen dat 17,27% van de Joodse bevolking (17,27% van 10% = 517.000 mensen), 40% van de gehele belasting (800 000 000,00 PLN) betaalde, om een miljarden budget van de Poolse staat te onderhouden.
“Terwijl 1 miljoen van de 3 miljoen Poolse Joden afhankelijk was van de liefdadigheidsorganisaties. (…) 50% van de Poolse Joden niet in staat was om jaarlijks de minimale belasting ten hoogte van 5 zloty aan hun eigen gemeente te betalen. 50-55% was helemaal niet van plan iets te betalen. De helft van de belastingbetalers kon geen 10 zloty betalen. 75% van de Joden kan als arm worden aangemerkt“. (11)
Adressanten van de claims blijven Duitsers
Voor 1 september 1939 beschikten Joden als privé personen en als leden van een joodse gemeenschap (corporatie) over een bepaald vermogen. Ze waren burgers van de Tweede Poolse Republiek en aanhangers van een soort joodse religie. Voor ongeveer 90% waren het de chassieden.
Als gevolg van de Duitse aanval op Polen op 1 september 1939, de zes jaar durende bezetting van Polen en de uitroeiing van Joden hebben de meeste van deze burgers niet overleefd.
Tegelijk zijn tijdens de Duitse bezetting van Polen ook andere Poolse burgers, gelovigen of ongelovigen vermoord.
Diegenen die daarvoor verantwoordelijk zijn, zijn de Duitsers en de landen die met Duitsland tijdens de WOII collaboreerden.
Polen was het enige land in Europa dat nooit met het regime van Hitler collaboreerde. Polen was het eerste land dat de strijd tegen Duitsland aanging. (12)
Lees meer:
- Blog#32: Pools-Joodse relatie vs antipolonisme in Amerika
- Blog#31: Pools-Joodse relaties vs antipolonisme van Duitsland en Rusland
Vorige blog: houding van Joden tegenover de Poolse strijd om vrijheid in de 123 jaar van bezetting van het land
Volgende blog: wat de wereld niet mag weten, o.a. een gedicht van Itzaak Katzenelson
Bronnen:
*) De statistische jaarboeken vermeldden het inkomen van de staat zonder onderscheid van de nationale minderheden, maar wetende het professionele karakter van de Joodse minderheid, kunnen we proberen en, hoewel bij benadering, de geloofwaardigheid van de ‘autoriteiten’ te controleren.
Het Poolse budget uit 1937/38 bedroeg: 2 049 000 000, 00 Plz, waarvan de belastingen: 723 000 000,00 Plz. Directe belastingen:
- grondbelasting: 58 000 000,00 Plz
- onroerendezaakbelasting: 86 000 000,00 Plz
- industriële belasting: 262 000 000,00 Plz
- inkomstenbelasting: 280 000 000,00 Plz
- vermogensbelasting: 5 000 000,00 Plz
- rentes, schulden en boetes enz.: 17 000 000,00 Plz
- licenties te koop: 2 000 000,00 Plz
- heffingen voor eigendomsgebruik: 13 000 000,00 Plz (11)
(1) Ewa Kurek “Poza granica solidarnosci. Stosunki polsko-zydowskie 1939-45” str. 46-47 / na: Alexader Hertz, Zydzi w kulturze polskiej, Warszawa, s. 83-87 [E. Kurek: Voorbij de grens van solidariteit. Pools-Joodse relatie 1939-45/Alexander Hertz: Joden in de Poolse cultuur]
(2) idem, pag. 35
(3) idem, pag. 46
(4) Ireneusz T. Lisiak Zaklamany Holokaust, str. 14 [P. Gontarczyk, Daleko od prawdy (w] R. Jankowski (red.), Cena “Strachu”. Gross w oczach historykow, Warszawa 2008, s. 293-294) [I.T.Lisiak: De verkeerde voorstelling van de Holocaust/P.Gontarczyk: Ver van de waarheid – in: R.Jankowski: De prijs van “Angst”, Gross gezien door historici]
(5) idem, pag.15 – na: M.J. Chodakiewicz, “Klopoty z kuracja szokowa”, ‘Rzeczpospolita’, 5 stycznia 2001; zob. tez. L.Z. Niekrasz, Operacja ‘Jedwabne’. Mity i fakty, Wroclaw, 2005, s. 59 [in: M.J.Chodakiewicz: Problemen met de schokbehandeling; L.Z.Niekrasz: Operatie ‘Jedwabne’, mythen en feiten]
(6) idem, pag. 73
(7) idem, pag. 27
(8) Ewa Kurak, Poza granica solidarnosci/wokol stereotypow: Judasz i Haman w jednym stali domu, pag. 95 [E. Kurek: Voorbij de grens van solidariteit: Judas en Haman woonden in één huis]
(9) Ireneusz T. Lisiak “Zaklamany Holokaust”, pag. 29
(10) idem, pag. 28
(11) idem, pag. 31
(12) https://justice4poland.com/2019/02/26/dlugi-zydow-wobec-polski/comment-page-1/
(13) Ireneusz T. Lisiak “Zaklamany Holokaust”, pag. 24
(14) Katarzyna Treter-Sierpinska: Zydzi, gender, multikulti czyli oszustwo i szajba/wywiady z ‘antysemitami'”, pag. 251-252 [Joden, gender, multiculti ofwel het vlasspelen en de gedachteloosheid/interviews met ‘antisemieten’].
Geef een antwoord
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.